De laatste jaren is er veel te doen geweest over de geringe invloed die gemeenteraden hebben op regionale samenwerkingsverbanden. Hoe krijg je nou meer grip op het beleid en de afspraken die via dit soort gemeenschappelijke regelingen worden gemaakt? Dat vergt in de eerste plaats een goede nota over dit soort zogeheten 'verbonden partijen'. Een dergelijke nota is door de raad van Meierijstad afgelopen januari vastgesteld. Vervolgens is het aan het college en de raad om actief aan de slag te gaan met de beleidsnota's die vanuit de samenwerkingsverbanden aan de deelnemende gemeenten worden voorgelegd, zoals bijvoorbeeld die van de Omgevingsdienst Brabant Noord. Over de bedrijfsvoering en de financiƫle tekorten binnen die organisatie is de laatste tijd al veel gezegd en geschreven. Wij vonden het nuttig om onze aandacht op een ander aspect te richten: het regionale handhavingsbeleid. Met name als het gaat om de samenwerking tussen de bestuursrechtelijke partners (gemeenten, provincie) en het Openbaar Ministerie (strafrecht) is er volgens ons met een betere inzet van beschikbare bevoegdheden een effectievere aanpak te bereiken. We hebben daarbij het voorbeeld genoemd van het moeizame en langslepende handhavingstraject rondom de mestvergister in Nistelrode (Biospares). Kern van het probleem is dat de overheden (provincie, waterschap en gemeenten) de bestuursrechtelijke weg, via dwangsombesluiten en eventueel een intrekking van de vergunning, te vaak zien als het enige middel om in te grijpen. Zelfs indien een reeks van opeenvolgende dwangsombesluiten geen effect sorteert probeert men toch via het bestuursrecht het tij te keren. In de tussentijd is er al heel wat schade aangericht. Kan dit effectiever? Ja, zeggen wij als VVD.
Het OM beschikt over uitgebreide bevoegdheden in het milieustrafrecht die gericht zijn op het verder voorkomen van overtredingen c.q. herstellen van hetgeen wederrechtelijk gebeurd is. Dat zijn de zogeheten 'voorlopige maatregelen'. Wij vinden dat er momenteel wat betreft de regionale samenwerking met het Openbaar Ministerie nog teveel de nadruk ligt op het straffen achteraf. Wij zien kansen in een andere inzet van de beschikbare bevoegdheden en willen graag dat daar op het niveau van de ODBN een analyse over plaatsvindt. Vandaar dat wij bij de raadsbehandeling van de kadernota van deze omgevingsdienst middels een amendement een zienswijze hebben toegevoegd die ziet op een onderzoek naar een effectievere inzet van de beschikbare strafrechtelijke maatregelen.